Homepage | | | Biografie | | | Boeken | | | Als de wind | | | Gastenboek | | | Links |
Archief1. Oost en West2. Nog meer uitgangspunten 3. Het oude China 4. Xia 5. Shang 6. Zhou 7. Westelijke Zhou 8. Oostelijke Zhou 9. Strijdende Staten INTERMEZZO 10. Qin 11. Westelijke Han 1 12. Westelijke Han 2 13. Oostelijke Han 14. Tang 15. CONCLUSIE 16. NEI JING: oudste en meest fundamentele bron voor acupunctuur 17. QI 18. Wu Xing 19. San Bao 20. Orgaan-energie 21. Meridianen en punten 22. Besluit ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() |
1. Oost en WestDames en heren, U houdt zich als lid van een Volkenkundige Vereniging allemaal met andere culturen bezig. Heeft u dat nu ook dat je de neiging hebt je met de cultuur waarin je je verdiept, te identificeren? Persoonlijk word ik daar niet gelukkiger van. Steeds weer blijken mijn eigen roots de veilige haven. De laatste jaren benader ik de cultuur die me intens bezighoudt, in een open houding de schoonheid ervan te ervaren. Op die wijze blijf ik bij mezelf en toch overeind. Nu ik u mijn diepere gevoelens heb mogen blootleggen, ben ik er klaar voor bij u het onderwerp van deze avond in te leiden. HET ONTSTAAN VAN DE ACUPUNCTUUR BINNEN HET VROEGE CHINESE DENKEN Hoe zijn de Chinezen er ooit toe gekomen om gaten in het lichaam te prikken met het idee zo de gezondheid te behouden en te bevorderen? En zijn de Chinezen de enigen die dat ogenschijnlijke malle gedrag beoefenen? Misschien heeft u ooit van Ötzi, de ijsman, gehoord. Deze gemummificeerde mens werd enkele jaren geleden in de Alpen tussen Oostenrijk en Italië gevonden. Wetenschappers hebben zich op de mummie kunnen uitleven. Ze probeerden onder meer aan de hand van maaginhoud het leven van 5000 jaar geleden te reconstrueren. Ook wetenschappers binnen de acupunctuur mochten de mummie onderzoeken en vonden in de verdroogde spieren gaten die aan acupunctuurnaalden deden denken. Men heeft verschillende punten kunnen identificeren en eruit afgeleid dat de (waarschijnlijk) jonge man rug- en mogelijk nierproblemen had. - Ik geloof daar eerlijk gezegd zelf niet veel van. Men gaat er in het algemeen vanuit dat in het sjamanisme acupunctuur, of wat erop lijkt, werd toegepast. Hoewel sjamanistische praktijken zich tot nu toe handhaven, is het gebruik van acupunctuur daarbij grotendeels verdwenen. De Chinezen echter hebben in ruim 2000 jaar het gebruik van naalden verder ontwikkeld en er theoretische grondslagen voor gegeven. Vanavond gaan we deze vroege ontwikkelingen van de acupunctuur onderzoeken. Voor we daar dieper op ingaan, lijkt het me zinvol eens te kijken wat typerende karakteristieken van het Chinese denken zijn. Om maar met de deur in huis te vallen lees ik u een van de scheppingsmythen voor. PANGU In het begin was er een ei en niets anders. Het ei was het universum, er was geen hemel en geen aarde, alleen duisternis. Uit de duisternis werd het eerste schepsel geboren. Zijn naam was Pangu. Hij sliep duizenden jaren in de duisternis. Door de jaren heen groeide hij uit tot een reus. Hij werd zo groot dat hij ontwaakte en door de schaal van het ei brak. Alle lichte delen stegen omhoog en werden de hemel, alle zwaardere delen zonken en werden de aarde. Pangu was bevreesd dat Hemel en Aarde zich dooreen zouden mengen en dus plaatste hij hen apart. Toen hij daarmee klaar was, was hij zo verzwakt dat hij begon te sterven. Tijdens dat stervensproces begon zijn lichaam te veranderen. Zijn ademhaling werd wind en wolken. Zijn stem werd de donder. Zijn ogen werden zon en maan. Zijn ledematen werden bergen en valleien. Zijn bloed vormde zich tot rivieren en zeeën. Zijn haren werden planten en bomen. Zijn botten veranderden in rotsen. Zijn zweet veranderde in regen en dauw. Parasieten op zijn stervend lijf groeiden uit tot dieren en mensen. ![]() Bij de afbeelding: Pangu, het eerste schepsel uit duisternis geboren In dit scheppingsverhaal zien we dat Pangu (na zijn dood!) deel uitmaakt van de wereld die hij schiep. De Schepper transformeert in de Schepping zelf. Dat is wel heel anders dan het ons bekende scheppingsverhaal uit het boek Genesis van de bijbel. 'In het begin schiep God de hemel en de aarde. De aarde was woest en leeg; duisternis lag over de diepte, en de Geest van God zweefde over de wateren. Toen sprak God: "Er moet licht zijn" En er was licht.... Zo werden de hemel en de aarde voltooid, en alles waarmee ze toegerust zijn... Dit is de geschiedenis van het ontstaan van de hemel en de aarde, zoals ze geschapen zijn' Onze God staat buiten de wereld die Hij schiep en die Hij sindsdien bestuurt. De afstand tussen God en onszelf is zo groot dat we ons kunnen permitteren al of niet aan Zijn bestaan te geloven. In de joods-christelijke en westerse traditie heeft de mens zich, in navolging van het scheppersgedrag, tegenover een objectieve wereld geplaatst. We gaan er prat op dat die wereld maakbaar en beheersbaar is. In het Verre Oosten ervaart de mens zich als deel van de natuur (waarin de schepper zelf is opgelost). Buiten natuur en kosmos is er niets. Ze bestaan op zichzelf. Het verschil in denken van de oude Chinezen en westerlingen wordt begrijpelijk als we beseffen dat het ons bekende scheppingsverhaal is ontstaan binnen een herderscultuur van het oude Israël. De herder die niet anders doet dan zijn kudde bevelen geven. Een herder is heerser. Ook Jahweh bleef de wereld van buitenaf besturen en beheersen. Hij was schepper en oorzaak van al het bestaande. Het Chinese scheppingsverhaal is ontstaan binnen een agrarische cultuur. De boer was en is nog steeds afhankelijk van klimaten en seizoenen. Hij kende de natuur als een wereld waarvan hijzelf deel uitmaakte. Als er al een God was dan was dat de natuur zelf. Zijn God was tot natuur geworden. Zie hier: twee uiteenlopende oerbeelden van ons bestaan. Die oerbeelden kunnen we herleiden tot twee grondstramienen. - In het westen is het grondstramien van denken: oorzaak en gevolg. - In het oosten vat men de natuur als een op zichzelf bestaand gegeven, zonder oorzaak op. Dit verschil in denken moeten we goed vasthouden. Zeker nu ik nog enkele andere typeringen van de oorspronkelijke Chinese natuurfilosofie wil toelichten. 2. Nog meer uitgangspuntenOnze ontmoetingen met Pangu en Jahweh geven ons meer inzicht in het verschil tussen oosters en westers wereldbeeld. Ik wil u, zonder uitputtend te zijn, nog een paar andere karakteristieken van het Chinese denken voorleggen. Dao (spreek uit: tauw) is zo'n oerbegrip. Ik kom daar straks uitvoeriger op terug. Voor nu wil ik dao typeren als 'de loop der natuur' Dao is het spontane proces van alles wat gebeurt. Dat we hier nu zitten en u naar mij luistert is dao: het gebeurt zoals het gebeurt. Als u nu zou opstaan en de zaal verlaat terwijl ik doorpraat, gebeurt dat eenvoudigweg. Alles gebeurt zoals het gebeurt. Voor mijzelf is dat een zeer geruststellende gedachte. Ik hoef nauwelijks naar dao te zoeken, alleen maar te kijken en zien wat er gebeurt. Het begrip van dao hangt nauw samen met de ervaring dat alles verandert, nooit iets hetzelfde blijft. Dit uitgangspunt drong zich in de Chinese geschiedenis al vroeg op. De boeren hadden in de gaten dat elke dag anders was dan de vorige. Zij verrichtten hun werk op het ritme van de seizoenen. Zij volgden het dao van de voortdurend veranderende omstandigheden. De dao van de bewegingen zonder oorzaak. Ik kom hier uitvoeriger op terug als we het over de wu xing (spreek uit: woe sjing) of de Vijf Bewegingen zullen hebben. Alles in hemel en op aarde zijn vormen van qi (spreek uit: tsjie). Qi of energie die zich ontwikkelde uit wat men de oersoep of chaos noemde. Uit die dikke duistere mist bewogen de lichtere delen zich omhoog, naar de hemel. De zwaardere delen condenseerden zich in de aarde. Het eerste begrip van yin en yang zijn ontstaan. Uit de Big Bang van de yuan qi (oorspronkelijke qi; spreek uit: joe-an tsjie) vormden zich yinne en yange krachten. Dat is wat men 'de grote of universele dao' noemt. Dames en heren, als ik zo de zaal inkijk, twijfel ik er niet aan dat de meesten van u het gezegde kennen: Memento, homine, quia pulvis est et ad pulverem reverteris. Een Chinees zou ervan maken: memento, homine, quia qi est et ad qi reverteris. Ik geef u deze gedachte mee, zodat u er thuis nog eens even rustig over kan nadenken. Voor geïnteresseerden in volkenkunde zouden we met deze uitgangspunten al enkele avonden kunnen vullen. Maar nu niet. We gaan onze gedachten focussen op hoe in de Chinese gedachtewereld een geneeskundige praktijk als acupunctuur kon ontstaan. We duiken daarvoor de geschiedenis in. Als het al lastig is je in een totaal andere cultuur zoals de Chinese in te leven, hoeveel lastiger is het nog daarbij de historie te verkennen. Powered by Marble, designed by If/Then 3. Het oude China![]() Een westers arts legt dan wel de eed van Hippocrates af, maar hij loopt niet met diens boeken op zak. Het is waarschijnlijker dat een Chinese arts een ander oud boek, de Nei Jing, op zijn nachtkastje heeft liggen. China is ontstaan aan de benedenloop van de Gele Rivier. Ten Noorden van China liggen Mongolië en Mantsjoerije tot aan Turkestan: dat zijn steppen- en woestijngebieden die door nomaden werden bevolkt. Deze volkeren waren in politiek opzicht nog al eens overheersend, maar in cultureel en materieel opzicht afhankelijk van China. Ook China kent haar prehistorie. Daar is veel door oude Chinese historici over geschreven én gefantaseerd. Er is meer van te zeggen dan dat boerendorpen in rivierdelta en daarbuiten lagen. Dat men in stamverband leefde en aan voorouderverering deed. Misschien bevatten de legenden over de Verhevenen en de legendarische keizers kernen van waarheid. Aan de Verhevenen worden de oorspronkelijke culturele ontwikkelingen toegedicht. Huang Di is er een van. Hij is de uitvinder van het wiel, het kompas, introduceerde navigatie, maar ook de slaapkamerkunsten. Hij is de grondlegger van de astronomie, geneeskunde (waaronder acupunctuur en voedingsleer), bouwkunst (hij ontwierp stenen huizen) en van de hele Chinese beschaving. Aan hem worden 25 boeken toegeschreven. In een van die boeken (De vier geschriften van de Gele Keizer) las ik dat hij ook als ontwerper van het voetbalspel gezien kan worden. Luistert u maar naar deze tekst: Toen haalde hij (= de Gele Keizer) zijn kleine en zijn grote strijdbijlen te voorschijn en blies zijn oorlogswapenen strijdlust in. De Gele Keizer ging Chiyou persoonlijk tegemoet. Daarna nam hij hem gevangen. Hij stroopte zijn huid af en maakte daar een doelwit van. Hij liet mensen erop schieten, en wie het vaakst raakschoot werd beloond. Hij vulde zijn buik en maakte er een bal van. Hij liet anderen daartegen schoppen, en wie het vaakst raakschopte werd beloond... Over een ander boek dat aan hem wordt toegeschreven zullen we het straks uitvoeriger hebben: de Huang Di Nei Jing, het oudste ons bekende boek over acupunctuur. We lopen nu enkele dynastieën door. Ik zal daar steeds een korte karakteristiek van geven en ga vervolgens op de geneeskundige praktijk in. 4. XiaXIA (2205-1751 v. Chr) De eerste, nog legendarische dynastie was die van de Xia. Ze behoorde tot het laatste stukje van het Nieuwe Stenen Tijdperk, het Neolithicum. Sjamaanpriesters voerden het bewind en hadden macht over stammen in het centrale gedeelte van het bekken van de Gele Rivier. Jie was de laatste regeerder. Hij toonde onwaardig gedrag. Dit wekte de toorn van de Hemel. De dynastie eindigde in rampen en sociale wanorde. ![]() Bij de afbeelding: Donkergroen is het huidige China. Het lichte plekje daarin is het gebied van de Xia. De oudste archeologische vondsten die naar het ontstaan van acupunctuur (of wat daar toen nog voor doorging) verwijzen, zijn in ruïnen ergens in Binnen-Mongolië gevonden en in de Shandong provincie. Het betreft stenen naalden met stompe en scherpe punten. Naalden met stompe punten gebruikte men waarschijnlijk t.b.v. massage; naalden met scherpe punten voor het openen van abcessen. De techniek van de productie ervan verbeterde geleidelijk. Ook gebruikte men al in vroeger tijden moxa. Een moxastift is een rol met gedroogde bladeren van de artemisia vulgaris (bijvoet). Men houdt de gloeiende stift boven acupunctuurpunten om energie in de meridianen vrij te maken of te verrijken. Hoe kwam men op het idee? Waarschijnlijk had men ondervonden dat warmte bij vuren buikproblemen en ook pijnen oploste. De methode van moxaverbranding ontwikkelde aanvankelijk als een volkomen afzonderlijke therapie naast acupunctuur. Moxa gebruikte men in het noorden, waar meer koude-ziekten heersten. In het oosten leed men meer aan puisten en karbonkels. Daar gebruikte men liever naalden. Tijdens de Xia en misschien ook daarvoor gebruikte men droge bladeren en twijgen. Sommige punten zijn voor moxa verboden (bijvoorbeeld bij het oog). Net als acupunctuur gebruikt men moxa vaak ter preventie. Tijdens een vakantiereisje naar Peking enkele jaren geleden, liep ik een lagere school binnen. Aan de muur hingen posters van zichzelf moxerende kinderen. De onderwijzeres vertelde me dat de kinderen in het voorjaar bijvoorbeeld enkele weken lang dagelijks het punt maag 36, onder de knie, moxeerden om voorjaarsmoeheid te voorkomen. 5. ShangSHANG (1751-1122 v. Chr) De Shangdynastie is de eerste dynastie waarover meer met zekerheid bekend is. Ze telde dertig koningen. Shang was de naam van de hoofdstad, maar ook de naam van de god Shang Di (spreek uit: sjang tie). Pas later werd de naam gegeven aan de kaste van koningen die heersten over een confederatie van stammen met verschillende tradities. Het gebied van Shangdynastie lag meer ten oosten in de delta van de Gele Rivier. ![]() Bij de afbeelding: Gebied van de Shangdynastie, gelokaliseerd in het huidige China. De cultuur in deze periode is gebaseerd op landbouw en veeteelt. De boeren leefden in het stenen tijdperk, terwijl een klein deel van de bevolking in steden leefde, waar de vaklieden woonden. Daar was het bronzen tijdperk al aangebroken. De techniek van het bronsgieten was ongeëvenaard (zelfs tot in onze tijd). Maar boeren gebruikten houten en stenen werktuigen. Ook het schrift begon zich geleidelijk te ontwikkelen. De voorouderverering, ook al tijdens de Xia gebruikelijk, kristalliseert zich verder uit. Ze vormt de hoeksteen van de samenleving en het religieuze leven. Shang Di is de opperste en goddelijke voorvader. Hij voorziet in goede oogsten en verleent hulp op het slagveld. Alleen de koning en zijn clan hebben een door het volk erkend vermogen met de voorvaderen te communiceren. De voorvaderen moeten op hun beurt de gunst van Shang Di zien te bewerken. De communicatie komt tot stand door orakels, gebed, offers en sjamanistische praktijken. De voorouders besturen de wereld en worden dagelijks geconsulteerd voor weersvoorspelling, oorlogvoering, oogstberaming, opmaken van belastingplichten, jachtadviezen, uitleg van dromen, reisplannen, politieke betrekkingen en voorkómen van ziekten. Bij hun voorbeden zijn de voorvaderen afhankelijk van hun verzorging door de levenden. Wanneer de levenden niet in provisie voorzien, worden rampen onvermijdelijk. De communicatie met de voorvaderen verloopt door het gebruik van orakelbeenderen: De orakelraadpleging vindt plaats met behulp van schouderbeenderen van runderen en schapen en buik- en rugschilden van schildpadden. Men heeft 200.000 beenderen gevonden. Sjamanen, in berenkleding gehuld, raadplegen de beenderen bij religieuze ceremonieën en bij waarzeggerij aan het hof ten behoeve van besluitvorming en genezing. Ze verrichten hun werk in trance door zich eerst met alcohol vol te gieten. Hoe gaat die praktijk nu in zijn werk? Eerst maakt men gaten in de beenderen. Vervolgens laat de koning of een waarzeggend sjamaan vragen aan Shang Di inkerven. (Dit zijn de eerste Chinese karakters, waarvan er enkele tot nu toe zijn bewaard gebleven). ![]() Bij de afbeelding: Voorbeeld van een orakelbot. Ik zal een paar voorbeelden van die vragen geven. - 'Tandpijn. Is er een vloek? Misschien van de overleden vader?' - 'Ernstige buikpijn. Moet aan de overleden vader een hond worden geofferd of een schaap geslacht?' - 'Is prinses Hao ziek door een kwade wind?' (Wind en sneeuw werden als geesten opgevat). Daarna worden de beenderen verhit. Uit de ontstane barsten interpreteert de sjamaan de antwoorden van de voorouders. Vanaf 1300 v. Chr. worden ook de antwoorden ingekerfd. Momenteel probeert men aan de hand van de orakelbeenderen de geschiedenis opnieuw te reconstrueren en onderzoekt men de opvattingen over ziekte. (Ook in de periode die op de Shang volgt, heeft men al aan geschiedschrijving gedaan, bijvoorbeeld Het boek der Documenten en het Boek der Oden. Deze informatie is echter niet helemaal betrouwbaar). In deze moderne studies komt men erachter dat men in de periode van de Shang talloze vormen van 'subjectief onbehagen' kende zoals tandpijn, hoofdpijn, opgeblazen buik, pijn in de benen. Men heeft uit het onderzoek van de orakelbeenderen maar weinig vast omschreven ziektebeelden teruggevonden. Ziekte was trouwens een onbekend begrip. Factoren die met 'onbehagen' in verband staan: - Actie van de overledenen. Denk aan familieleden die nog een appeltje met de nabestaanden hadden te schillen. - Weersinvloeden: de geesten van wind, regen, sneeuw, hitte. - In veel mindere mate worden parasieten of wormen genoemd. Laten we eens de balans opmaken wat geneeskunde ten tijde van de Shangdynastie (1700-1100 v.Chr) inhield: 1) Draineren van abcessen Zoals we in aflevering 4 XIA zagen, gebruikte men aan het einde van het Neolithicum al scherpe stenen. Die worden 'bian' genoemd. Bian (spreek uit: pie-jan) betekent: gebruiken van een scherpe steen om lichamelijk ongemak te genezen en pijn te bestrijden. Waarschijnlijk gebruikte men ook jade, mica en asbest. Daarna: doornen, schilvers van bamboe, bot en hoorn. Men draineerde daarmee abcessen. Al deze scherpe voorwerpen werden in latere perioden in sjamanistische praktijken als kleine pijlen gebruikt. Dat is nog steeds zichtbaar in het Chinese karakter Yi (spreek uit: jie), dat genezer of genezing betekent. Een karakter bestaat meestal uit verschillende delen. In de onderste helft van het karakter Yi schrijft men: wu (spreek uit: woe) = sjamaan; in de bovenste helft een karakter voor koker + speer. 2) Ancestrale genezing via de voorouders: Geneeskunde tijdens de Shang is gericht op harmonie tussen de levenden en gestorvenen, tussen goede en kwade geesten. Genezing bestond uit exorcisme van geesten (van voorvaderen). De genezers waren de koning en de sjamanen. De koning was de algemene genezer van het hele volk, terwijl de specifieke doelgroep de koning en leden van het hof waren. Ancestrale genezing is tot nu toe blijven voortbestaan. Nu nog probeert men de invloeden van de geesten van wind en water te beheersen (feng-shui, spreek uit: feng sjwee). 3) Men gebruikt in deze periode nog geen kruiden. Op orakelbotten is alleen sprake van wijn in samenhang met religieuze gebruiken. Kortom: van genuanceerde acupunctuur is zeker nog geen sprake. 6. ZhouZHOU (1122-221 v. Chr) Wéér verprutste de laatste koning van de Shang het Mandaat van de Hemel. Koning Wu (spreek uit: woe) stichtte de volgende dynastie, die van de Zhou (spreek uit: dzjoo). ![]() Afbeelding: het gebied van de Zhou binnen de contouren van het huidige China Eerst de Westelijke Zhou, daarna de Oostelijke Zhou. De Westelijke Zhou was voor volgende eeuwen een modeltijd. Hier ontstonden de klassieken zoals de Yi Jing (spreek uit: jie djing), dat is het welbekende Boek der Veranderingen (vaak nog de I Tsjing genoemd) en het Boek der Oden. ![]() Afbeelding: symbolen uit de Yi Jing Het land werd centraal geregeerd. Het was een feodaal koninkrijk met leenstaten, vergelijkbaar met de feodale koninkrijken bij ons in de Middeleeuwen. De leenstaten (ongeveer 1000) waren in handen van leden van de koninklijke familie of respectabele leden van de voorafgaande Shangdynastie. De koning was de beroerdste niet en schonk landgoederen aan de edelen als dank voor de diensten die zij hem bewezen. Men begon met aangestampte aarde aan de bouw van de Chinese Muur in het Noorden om het feodale rijk tegen invallen van nomadenvolken te beschermen. Naast een feodaal was het ook een sacraal koninkrijk, een koninkrijk met directe relaties met de Hemel. Shang Di, de antropomorfe god van de Shang, werd door Tian vervangen. Tian betekent Hemel. Van nu af aan was de Hemel de bron van de kosmische orde. De Hemel was het hoogste wezen dat over geesten van de natuur en voorouders heerste. De Hemel gaf morele leiding aan vorsten en mensen, was onpartijdig en een alomtegenwoordig rechter. De Vorst was Tianzi, wat Zoon des Hemels betekent. Hij vertegenwoordigt Tian op aarde en regeert bij Hemels Mandaat (Tianming). Ik zal u over Koning Wu uit het Boek der Oden voorlezen: Nu gaat hij al zijn landen door, de Zoon van de Verheven Hemel. Hij vestigde het huis van Zhou, men beefde bij het minste woord, geen die niet beefde en kromp ineen! Hij was bevriend met honderd geesten en wist hen naar zijn wil te plooien, zelfs die van stromen en van bergen: een ware heerser was de koning! ’t Huis van Zhou bracht hij tot bloei en luister en schonk de troon grote erfgenamen! De bevelen van de vorst zijn de geboden van de Hemel. Hij moet over wat men DE noemt beschikken. (Tijdens de Shang was DE de magische kracht die communicatie met de andere wereld mogelijk maakte). Nu in deze voorbeeldige periode wordt DE de morele kracht, die onmisbaar is voor volvoering van de Hemelse weg (Tiandao, spreek uit: tiejantauw). Wanneer de vorst geen DE meer heeft en onwaardig gedrag vertoont, wordt het Hemels Mandaat ingetrokken. Rampen zijn waarschuwingen voor onwaardig gedrag. En zo maakt in 771 v. Chr. de dynastie Westelijke Zhou plaats voor die van de Oostelijke Zhou. 7. Westelijke ZhouMaar nu eerst de Westelijke Zhou. Eerste fase (1122-770, Westelijke Zhou): vrede en welvaart. In deze bloeitijd ontwikkelen de eerste concepten van yin/yang, wu xing en onderging het begrip qi verder verdieping. Yin/yang waren in de vroegste geschiedenis aan natuurelementen gekoppeld. Men werd gegrepen door de verschijnselen in de natuur die zich als tegendelen voordeden. Denk hierbij aan de tegendelen: zon - maan hemel - aarde dag - nacht vuur - water heet - koud. ![]() Deze tegendelen wisselen elkaar in een voortdurend proces af. De zon komt in het ochtendduister langzaam op, haar licht zwelt in enkele uren aan, bereikt haar hoogtepunt en neemt dan af en verdwijnt achter de horizon. Dat is de ontwikkeling van kleine yang naar grote yang, die niet groot blijft, maar afneemt ten gunste van opkomende yin. Dit ideen wordt afgebeeld in het bekende yinyangsymbool. In het zwarte yingebied is altijd een element yang (wit) aanwezig. In het witte yanggebied is altijd een element yin (zwart) aanwezig. Krachten die in hemel en op aarde zichtbaar zijn, wisselen elkaar voortdurend af. Als mens nemen we daaraan deel. ![]() De bewegingen van Yin/yang begonnen zich ook anders uit te drukken. Niet langer in het paar yin en yang, maar in vijf bewegingen: vijf voortdurend elkaar opeenvolgende bewegingen zoals seizoenen elkaar onafgebroken jaar na jaar volgen. Elke fase van de bewegingen kreeg de naam van een van de vijf meest oorspronkelijke materialen waaruit men de natuur zag opgebouwd. Over de wu xing (de Vijf Bewegingen) zullen we het straks (in een van de volgende afleveringen) nog uitvoeriger hebben. Geneeskunde: Tijdens de Westelijke Zhou verandert de aandacht voor geesten van de voorouders in aandacht voor demonen (gui, spreek uit: kwee) als verantwoordelijken voor ziekte en ongeluk. De ancestrale geneeskunde (van de Shang) verandert in wat men nu demonische geneeskunde noemt. Zij wordt door sjamanen bedreven. Koningen en edelen van de Zhoudynastie hebben sjamanen in dienst. Zij oefenen functies van raadslieden, wichelaars en genezers uit. Het sjamanisme wordt geïnstitutionaliseerd en de sjamanen zijn nu aan hun opdrachtgevers verplicht. Voldoen ze niet dan worden ze ter dood gebracht. Het behoort tot hun taak geesten op te roepen en hen te vragen naar het sterfelijk niveau te komen. Zijzelf bieden hun lichaam aan dat zij met alcohol in trance brengen. Er wordt van hen verwacht dat zij de natuur en de hemel goed kunnen observeren en daaruit de loop van de gebeurtenissen kunnen voorspellen. Omdat ziekte wordt gezien als een invasie van boze geesten krijgen sjamanen de opdracht met deze geesten te onderhandelen. Vaak gebeurt dat door vrouwen. Sjamanen zuiveren paleiskamers van duivelse invloeden en slangen. Voeren exorcisme bij de mensen van het volk uit en driemaal per jaar is er een algemene sessie ter verdrijving van de gui. Geneeskunde is dus niet langer een hofaangelegenheid. Men gelooft in het bestaan van demonen onder de mensen, zichtbaar en onzichtbaar. Er is geen individuele connectie tussen levenden en demonen zoals bij de voorouderverering. 'Ziektebeelden' hebben namen die het geloof aan demonen demonstreren: - 'aangevallen door demon' - 'besprongen door demon' - 'bezeten door demon' Therapie: We zullen eens bekijken op welke manier de geneeskunst tijdens de Westelijke Zhou werd bedreven. Allereerst het verdrijven van de boze geesten. De exorcist betreedt het huis van de zieke en zwaait met zijn speer in een poging de demon te pakken. Omstanders houden de gaten in het huis dicht. Het is mogelijk dat in deze tijd ook het lichaam al met speren in de vorm van primitieve naalden wordt bestookt om duivelse invloeden uit te drijven. Dat zou dus een eerste vorm van acupunctuur in meer eigenlijke zin zijn. Ook beoefende de sjamaan-genezers toverij. In de late Zhou en vroege Han zijn er voorschriften tegen 52 aandoeningen beschreven. Een voorschrift voor behandeling van bulten luidt: Men geloofde dat voedselgebruik onder de sterrenhemel puisten en bulten veroorzaakten. Andere magische wapens van de sjamaan-genezers zijn: vijzel, hamer, hennepdoek, boog, strik, dierenpoep (als zalf of in bad), kruiden, gedroogde dieren of gedeelten ervan. Langzamerhand verliest het sjamanisme aandacht, met name in de noordelijke gebieden langs de Gele Rivier. In het zuiden, langs de Yang tze, blijft het langer gehandhaafd en beïnvloedt ook Laozi (spreek uit: lauwtsu) en Zhuangzi (spreek uit: dzjoe-angtsu), die beiden uit die streken afkomstig zijn. In daoïstische praktijken is het sjamanisme blijven voortbestaan. 8. Oostelijke ZhouTweede fase (771-221, Oostelijke Zhou): tijd van de bloedige oorlogen De staatjes maken zich los en de ondankbare feodale heren noemen zich allen ook koning. De dynastie verliest haar feitelijke macht. Het is een zeer bloedige periode. Het kan niet uitblijven: de Hemel geeft geen tekenen van welwillendheid meer. De vorsten tonen zich onvermogend om de sociale orde te handhaven. Men gaat aan de Hemel als opperwezen twijfelen. Religieus scepticisme is het gevolg. Er ontstaan nieuwe filosofische bewegingen, die politieke en morele verwarring op spirituele wijze proberen te bestrijden. Wijze mannen, raadslieden, doorkruizen de landen en geven de koningen adviezen. De allerwijsten hebben hun naam door de eeuwen behouden. Het zijn Confucius en Laozi. Deze Oostelijke Zhou wordt in twee fasen onderscheiden: Lente en Herfst en de Periode van de Strijdende Staten. LENTE EN HERFST (770-476 v. Chr) De religie verandert: men heeft nog maar weinig belangstelling voor sjamanistische praktijken. In plaats daarvan bevordert het Confucianisme ethische waarden als: goedheid, plichtsbetrachting, ritualiteit en wijsheid. Voorouderverering blijft bestaan, maar meer in het kader van kinderlijke piëteit ten opzichte van ouders en voorouders. ![]() Het filosofisch denken van Confucius (551-479) wortelt in de traditie van die hoog bezongen modeltijd van de vroegere Zhou. Confucius is de eerste die de Chinese samenleving definieert. Hij bepleit een concept van politieke en sociale harmonie en legt daarmee de basis voor een feodaal en totalitair bestuurssysteem dat tot vandaag toe in aangepaste vorm bestaat. Het Confucianisme heeft invloed op de geneeskunde gehad: - orgaanfuncties in het lichaam vergelijkt men in de oude literatuur graag met functionarissen in de samenleving. Luistert u maar eens naar de volgende tekst uit het boek Nei Jing (Su Wen, hoofdstuk 8): Huangdi vroeg Qi Bo: Kun je me alsjeblieft iets vertellen over de functies en relaties van de twaalf organen en hun meridianen? Qi Bo antwoordde: Je vraag is erg nauwkeurig en ik zal proberen je precies op je vraag te antwoorden. Het hart is de soeverein van alle organen en vertegenwoordigt iemands bewustzijn. Het is verantwoordelijk voor intelligentie, wijsheid en spirituele ontwikkeling. De long is de adviseur. Ze helpt het hart bij het reguleren van de lichaamsenergie. De lever is als een generaal, moedig en dapper. De galblaas is als een rechter voor zijn macht en doorzettingsvermogen. Hartconstrictor is als een hofnar die de koning aan het lachen maakt en hem meer plezier verschaft. - men mag het lichaam niet beschadigen: met het oog op het leven na de dood moet het lichaam tijdens leven en bij dood intact blijven; (dit staat wel in schril contrast met huidige praktijken in strafkampen); - men was daarom ook tegen onthoofding als vorm van executie. 9. Strijdende StatenSTRIJDENDE STATEN (475-221 v. Chr) In deze periode blijven met veel bloedverlies nog maar 7 staten over. Een van deze is Qin. Door de hevigheid van de bloedige oorlogen geeft de Hemel geen tekenen van welwillendheid meer. Er ontstaat een religieus scepticisme: men twijfelt aan de Hemel als opperwezen. De legers blijken machtiger dan de hemelgoden en voorvaderen. Het gevolg daarvan is dat allerlei nieuwe filosofische bewegingen de politieke en morele verwarring gaan bestrijden. Het is de tijd van de zogenoemde 'Honderd Scholen.' ![]() Laozi was een van die nieuwlichters. U kent hem van de Daodejing (spreek uit: tauw-tee-djing). Ik wil proberen te laten zien waar het in het Daoïsme (spreek uit: tauwisme) om gaat. Uit de oorspronkelijke oersoep of chaos, de oerenergie, manifesteren zich yin en yang: twee grondvormen van energie die zich respectievelijk op aarde en aan de hemel openbaren. De aarde met alle leven daarop en de hemel die de seizoenen mogelijk maakt. Het leven op aarde en de seizoenen vormen de werkelijkheid van de 'honderdduizend dingen.' Deze werkelijkheid kent steeds veranderende patronen: alles is vergankelijk en niets blijft hetzelfde (deze gedachte maakt sommigen van u misschien melancholiek, maar kan ook troost en bemoediging geven). Deze zich steeds veranderende patronen tref je op oneindig kleine en op oneindig grote schaal aan. Denk aan insecten, de cellen waaruit zij zijn opgebouwd en die weer uit atomen en ga maar door. Bij grotere patronen kun je denken aan ecologische systemen en de mens in zijn omgeving van de aarde en die weer in zijn plaats in het zonnestelsel en melkwegstelsels. Dao bestuurt de veranderende realiteit in steeds verschillend licht van de flikkeringen van yin en yang. Dat is de spontane beweging van het leven. Dao is het proces dat zich voltrekt zoals het zich voltrekt, inclusief onze denkprocessen. Dao is 'de weg' als de vlucht van een vogel of van een pijl. Geen geplaveide weg dus. 'In dao leven' betekent onderkennen van de weg en meedobberen op het levensritme. Vergelijk eens met de Griekse traditie. Daarin is het basispatroon: denken in oorzaak en gevolg. Hoe heel anders is de Chinese gedachtegang: wie in dao leeft, volgt met een zekere empathie de patronen van de realiteit. Zwart-wit gezegd: een westers arts zoekt naar oorzaken van ziekte. Een Chinese arts deelt het leven van de zieke mens tegenover hem. De genezer maakt deel uit van het ziektepatroon, waarin de zieke zich bevindt. Wat is de dao van deze avond? Wat denkt u? Moeten we ons zelf afvragen: Wat beweegt ons om deze lezing te volgen? of: Hóe bewegen we ons tijdens de lezing?, en wat gebeurt er met me nu ik dit allemaal hoor? Andere kenmerken van het Daoïsme zijn onder meer: - men ziet de mens als één van een oneindig aantal wezens; de mens is niet het middelpunt van de natuur (zo'n houding impliceert eerbied voor al wat leeft); - men verachtte de Confuciaanse waarden, die vooral op de samenleving waren gericht; het wil ook weinig met de sociale organisatie te maken hebben; - men is meer in het individu dan in de samenleving geïnteresseerd, terwijl men wel religieuze tradities voortzet. Later werd het Daoïsme de geformaliseerde godsdienst; - men kiest voor een eenvoudig en ambitieloos bestaan, een contemplatief leven in volmaakte harmonie met de natuur; - het enig nutte is dao te doorgronden: niet door zich in te spannen of te studeren (Vgl de Daodejing: Wil je kennis bereiken, verzamel alles; wil je dao bereiken, verlies alles); de bewegingen van yin-yang vormen de dao; - men moet geen illusie hebben dat men zich zelf kan verbeteren; bevrijd je alleen van conditionering, volg de spontane natuur; - streven naar onsterfelijkheid met speciale technieken van voeding, extase, ademhaling, seksualiteit, alchemie en meditatie. In de Daodejing hoofdstuk 34 staat een mooie tekst over het wezen van Dao: De Weg drijft en zwalkt (geen geplaveide weg, geen aangelegd pad); Hij kan links of rechts gaan. Hij vervult zijn taken en maakt zijn zaken af (alles gebeurt zoals het gebeurt), en toch heeft hij hiervoor geen naam gekregen. De tienduizend dingen vertrouwen hun leven aan hem toe (alles is onderhevig aan de spontane loop der gebeurtenissen), en toch handelt hij niet als hun meester (het leven is niet uitgestippeld). En zo is hij altijd zonder begeerten. Hij kan genoemd worden bij de dingen die klein zijn. De tienduizend dingen vertrouwen hun leven aan hem toe, en toch handelt hij niet als hun meester. Hij kan genoemd worden bij de dingen die groot zijn. Daarom vloeit de gave van de Wijze om het grote tot stand te brengen voort uit zijn weigering de rol van het grote te spelen. Daarom is hij in staat om het grote tot stand te brengen (een wijze voegt zich naar de spontane loop der gebeurtenissen). Net als het Confucianisme had ook het Daoïsme invloed op de geneeskunde. Gezondheid betekent je aanpassen aan de tegengestelde krachten in de wereld en deel van haar ritme worden. Volg de dao van yin en yang. Bij ziekte is er disharmonie tussen yin en yang. In het stervensproces scheiden yin en yang zich van elkaar; wanneer de dood is ingetreden wordt het lichaam ter aarde besteld en gaat de ziel naar de hemel. ![]() Een legendarische figuur en eerste acupuncturist, in wie waarschijnlijk meerdere personen zijn vertegenwoordigd, is Bian Que (spreek uit: pie-an tsjoe-we; 430-350 v. Chr). Hij zette zich af tegen demonische geneeskunde en toverij. Van hem wordt in oude geschiedenisboeken verteld dat hij met acupunctuur en medicijnen een gouverneur uit coma zou hebben gehaald. Door dergelijke berichten kreeg men vertrouwen in de acupunctuur. Maar mogelijk hebben we hier met geschiedvervalsing te maken. Hoe staat het werkelijk met de acupunctuur in deze tijd? Je kunt de geneeskunde in deze tijd karakteriseren als een (zeker ook onder invloed van het daoïsme) natuurfilosofisch georiënteerde geneeskunde. Er wordt wel gezegd dat men het lichaam als landschap zag, maar het is beter te zeggen dat men het lichaam als landschap ervaarde. De geesten van bergen, rivieren, valleien, meren evolueerden geleidelijk tot vormen van subtiele energieën. De mens was daarmee in een netwerk verbonden en zijn lichaam deelde in die energieën. Het lichaam is landschap geworden zoals de schepper Pan Gu in zijn eigen schepping overging. Wij kunnen als westerlingen deze beleving van het lichaam moeilijk indenken. De ervaring van één zijn met de ons omringende wereld is een bijna mystieke ervaring. Geomantiërs, sjamanen en later genezers hadden en hebben oog voor de subtiele energieën. Dit veronderstelt een anders ontwikkeld geestelijk vermogen. Het zien van subtiele energieën in het menselijk lichaam is vergelijkbaar met het zien van de energieën in de wereld om ons heen zoals beoefend door de beoefenaars van feng shui (spreek uit: fengsjwee). In de periode van de Strijdende Staten blijken zich naast een verdere uitwerking van gezondheidsbevorderende oefeningen, de zogenoemde yangsheng, gelijktijdig feng shui en onderkenning van de meridianen beginnen te ontwikkelen. In geschriften o. a. van Zhuangzi, wordt over enkele meridianen gesproken, bijvoorbeeld Dumai, het energiekanaal dat in de nierstreek ontspringt en zich over rug, nek en hoofd uitstrekt: de menselijke as tussen hemel en aarde. Men is intussen voor behandeling van abcessen en aderlatingen bronzen naalden gaan gebruiken. Van acupunctuur is echter nog geen sprake. Men vermoedt dat in deze fase de eerste geschriften ontstonden waaruit in volgende perioden het oudste ons bekende boek over acupunctuur, de Nei Jing, werd samengesteld (waarover meer in de laatste afleveringen). INTERMEZZOLezers vroegen mij per e-mail om enige literatuur ter verdere oriëntatie en verdieping. Boeken die tijdens het samenstellen van de lezing om mij heen zwierven, heb ik in een lijst bij elkaar gezet. Ter wille van de overzichtelijkheid heb ik boeken die vooral de historie van de Chinese geneeskunde beschrijven in vet afgedrukt. Enkele opmerkingen: Het boek van Claude Larre e.a. is diepgaand, maar toch toegankelijk. Hoewel, enige kennis van acumoxatheorie maakt het lezen wel makkelijker. Het boek van Zhang Yu Huan veronderstelt die kennis niet zozeer en houdt zich bezig met de wortels van de Chinese cultuur. Paul Unschuld graaft de geschiedenis systematisch door, terwijl Elisabeth Hsu e.a. de geschiedenis van de Chinese geneeskunde thematisch aanpakken. Het boek bevat deelstudies van verschillende auteurs. LITERATUUR Alphen, Jan van & Anthony Aris: Oosterse geneeskunde. Een geïllustreerde gids van de Aziatische geneeswijzen. Rotterdam 1995 Bor, Jan en Ilse Bulhof (red.): Het antwoordloze waarom. Filosoferen tussen Oost en West. Kampen 2001 Can Tong Qi. Het geheim van het eeuwige leven. Rijswijk 2002 China, Hemel en aarde. 5000 jaar uitvindingen en ontdekkingen. Kon. Musea voor Kunst en Geschiedenis. Brussel 1989 Cooper, J.C.: Taoïsme, de weg van de mysticus. Katwijk aan Zee 1986 Ellis, Andrew, Nigel Wiseman, Ken Boss: Grasping the wind. An exploration into the meaning of Chinese acupuncture points names. Brookline, Mass. 1989 Floor, Harry: China. Utrecht 1885 Fruehauf, Heiner: Chinese medicine in crises. In: Journal of Chinese Medicine, 61 (1999), pag. 1-9 Hsu, Elisabeth (ed.): Innovation in Chinese Medicine, Cambridge University Press, 2001 Hua-Ching Ni: Hua Hu Tsjing. Uitspraken van Lao Tze volgend op de Tau Te Tsjing. Den Haag 1997 Huard, P. en M. Wong: Geneeskunde in China. Amsterdam 1967 Kaptchuk, Ted J.: Chinese geneeswijzen. Utrecht/Antwerpen 1988 Lao-Tzu: Te-Tao Ching. Een nieuwe vertaling, gebaseerd op de recent ontdekte Ma-wang-dui teksten. Utrecht/Antwerpen 1991 Larre, Claude, S.J. & Elisabeth Rochat de la Vallée: Rooted in Spirit. The heart of Chinese Medicine. A sinological interpretation of chapter eight of Huandi Neijing Lingshu. New York 1995 Larre, Claude, S.J., Jean Schatz & Elisabeth Rochat de la Vallée: Survey of traditional Chinese medicine. Columbia, Maryland, 1986 Leeuw, Karel van der: Het Chinese denken. Geschiedenis van de Chinese filosofie in hoofdlijnen. Meppel 1994 Libbrecht, Ulrich: Burger van de wereld. Inleiding tot een wereldbeschouwing. Budel 2001 Libbrecht, Ulrich: Een glimlach uit het Oosten. Leuven 2000 Libbrecht, Ulrich: Oosterse filosofie. Een inleiding. Leuven 1995 Liu I-Ming: Ontwaken tot Tao. Over mestkevers en het licht van de maan. Cothen 1991 Liu Zheng-Cai et al.: A study of daoist acupuncture and moxibustion. Boulder 1999 Lu Gwei-Djen en Joseph Needham: Celestial Lancets. A history & rationale of acupuncture & moxa. Cambridge 1980 Martens, Guus: Stresspatronen. Op vleugels van oude metaforen door het digitale tijdperk. Tilburg 2000 Martens, Guus: Wondermeridianen, over de onderstromen in het landschap van ons lichaam. Boekenplan, Maastricht 2007 Mythen en sagen uit China. Hoevelaken 2000 Nan Jing, opheldering van moeilijke kwesties in klassieke teksten. Vertaling Guus Martens. Boekenplan, Maastricht 2007 Nei Tsjing, Ling Tsju Tsjing. Leerboek van de Gele Keizer klassieke Cinese acupunctuur. Deventer 1978 Schipper, Kristofer: Tao. De levende religie van China. Amsterdam 1989 Su Wen, bestaansvragen. Vertaling Guus Martens. Boekenplan, Maastricht 2006 Temple, Robert K.G.: China. 3000 jaar uitvindingen en ontdekkingen. Houten 1988 Tiquia, Rey: Traditional Chinese Medicine. A guide to its practice. Marrickville 1996 Toynbee, Arnold (red.): De cultuurgeschiedenis van China en Japan. Wegwijzer in de beschaving van de halve wereld. Amsterdam 1977 Unschuld, Paul U.: Medicine in China. A history of ideas. London 1985 Watts, Alan: Oosters en westers denken. De betekenis van de oosterse filosofie voor het westen. Den Haag 2000 Wen-Tzu. Verdere lessen van Lao-Tze. Utrecht/Antwerpen 1993 Wilhelm, R. en C.G. Jung: Het geheim van de gouden bloem. Een Chinees levensboek. Deventer 1975 Wong, Eva: Taoïsme. Geschiedenis, filosofie en beoefening van een Chinese spirituele traditie. Deventer 1999 Wong, Eva: Lessen van de Tao, Deventer 1999 Zhang Yu Huan & Ken Rose: Who can ride the dragon. An exploration of the cultural roots of Traditional Chinese Medicine. Brookline Massachusets, 1999 Zhang Zhongjing: Treatise on febrile diseases caused by cold (Shanghan Lun). Beijing 1986 Zhuang Zi: De innerlijke geschriften. Vertaald door Kristofer Schipper. Amsterdam 1997 10. QinQIN (221-206 v. Chr) ![]() De koning van Qin onderwierp de andere staten en werd de Eerste Gele Keizer van China (Shih Qin Huang Di, spreek uit: sjie tsjin hoe-ang tie). Verward u hem niet met de legendarische keizer Huang Di. ![]() De Eerste Gele Keizer van China, waarover we het nú hebben, kent u waarschijnlijk van de opgravingen van zijn paleiselijke grafkelders. Enkele jaren geleden heeft men daarin duizenden beelden van soldaten en ambtenaren aangetroffen. ![]() ![]() Belangrijk is ook te weten dat hij het Chinese karakterschrift standaardiseert. De keizer moet niets van de vroegere feodale samenleving hebben. Daarom laat hij alle boeken uit die tijd verbranden, met uitzondering van boeken over geneeskunde, orakelboeken en boeken over land- en tuinbouw. Slim genoeg houdt hij van alles een exemplaar in zijn keizerlijke bibliotheek achter, maar helaas wordt die door brand verwoest. Achteraf blijkt dat men toch veel boeken heeft verstopt en oudere mensen weten in de volgende dynastie, die van de Han, ook boeken uit hun hoofd op te zeggen. Schrijvers noteerden de teksten zodat ze niet verloren zouden gaan. Dames en heren, op dit moment, maar wel op een uiterst belangrijk keerpunt in de geschiedenis van China, houden we even een korte adempauze. We kunnen ons opmaken voor de gebeurtenissen in de volgende dynastie, de Handynastie: de periode waarin acupunctuur in eigenlijke zin na een langdurige zwangerschap van embryonale geneeskunde het levenslicht ziet. ![]() ![]() 11. Westelijke Han 1![]() 11. WESTELIJKE HAN (206 v. Chr - 220 na Chr) Met de Han-dynastie van 206 v. Chr. tot 220 na Chr. wordt het keizerrijk uitgebreid en worden via de Zijderoute de eerste wegen naar India en het Midden-Oosten geopend. De Han-dynastie bestaat uit drie perioden: de Westelijke Han (202 v. Chr - 9 na Chr), de Oostelijke Han (25 - 220) en nog een kortdurende dynastie tussen deze twee in. Met de Westelijke Han beginnen de barensweeën van de acupunctuur. Enkele feiten: Het relaas over Shun-yu Yi Laten we eerst eens luisteren naar wat een zekere Sima Qian (spreek uit: siemaa tsjie-an), die rond 90 voor onze jaartelling de geschiedenis van China beschrijft, ons te vertellen heeft. In een van zijn boeken vergelijkt hij het werk van de eerder genoemde Bian Que met een zekere Shun-yu Yi (spreek uit: sjun-joe jie). Deze ambtenaar die na langdurige studie ook de artsenij bedreef, zo vertelt de befaamde historicus, moest in 167 v. Chr. aan het keizerlijk hof zijn praktijk komen toelichten. Men begreep er daar niet veel van hoe je met naalden verschillende ziekten kon genezen. ...Namen van aandoeningen lijken veel op elkaar en zijn te verwarrend om goed inzicht in de aard ervan te verkrijgen. Daarom stelden de oude wijzen het meridiaanmodel voor. Die zijn veel nauwkeuriger te beschrijven. Zij observeerden de stroom van qi door de meridianen en gaven elke meridiaan een naam. Door hun relatie met hemel en aarde vormen de meridianen in de mens een drie-eenheid van deze drie: de mens tussen hemel en aarde. Met de beschrijving van de gesteldheid van de meridianen differentieerden de ouden wel honderd aandoeningen, die ze op die manier van elkaar konden onderscheiden... Volgens Shun-yu Yi is de meridiaandiagnose de meest betrouwbare manier om ziekte te diagnosticeren en te genezen. Toen al gebruikte men naast nauwkeurige observatie van het lichaam het onderzoek van de polsslag om inzicht te krijgen in de conditie van de meridianen. In deze periode werd de geneeskunde ontkoppeld van de demonische geneeskunde uit voorafgaande tijden. Een eerste aanzet tot het benoemen van ziektebeelden was begonnen. Uit de geschriften van Sima Qian blijkt overigens dat men de symptomen op verschillende wijze interpreteerde. De meridiaantheorie is dus rond 160 v. Chr in opmars. Informatie daarover komt echter uit bronnen van Sima Qian die een eeuw later leefde. Gelukkig staan ons momenteel meer bronnen over de meridiaantheorie ter beschikking. Geschriften uit het graf te Ma-wang-dui Een jaar voordat Shun-yu Yi aan het hof tekst en uitleg moest komen geven, wordt een nog vrij jonge edelman te Ma-wang-dui (in de Zuid-Chinese provincie Hunan) ten grave gedragen. Men wist al tweeduizend jaar van het bestaan van drie graven onder de Paardenkoningsheuvel, op z'n Chinees: Ma-wang-dui. De graven zijn pas enkele decennia geleden, om precies te zijn in 1973, opengelegd. In drie verschillende graftombes trof men de lijken aan van de eerder gestorven vader en moeder en hun zoon. Het graf van de jongeling bevat een schat aan literatuur. ![]() Naast zijderollen over geschiedenis, geografie, krijgskunde, filosofie (zoals de Dedaojing - een oorspronkelijke versie van de ons bekende Daodejing), astronomie en medische teksten over de meridianen, moxabranden, toverij, magische rituelen, oefeningen, seksuele praktijken, geneesmiddelen, massage, cupping (een manier om, met een therapeutisch doel, bloed naar de huid te trekken), baden en vaccinatie. Deze medische teksten beslaan ongeveer een zesde van de hele bibliotheek. Ook wordt melding gemaakt van het gebruik van puntige stenen (de eerder genoemde 'bian', zie afleveringen 4. Xia en 5. Shang) ter behandeling van abcessen en aambeien. De gevonden grafteksten zijn gebaseerd op paradigma's van de wu xing (de Vijf Bewegingen, waarover we het nog uitvoerig zullen hebben), maar ook nog op demonologische concepten, die aan sjamanistische praktijken en excorcistische rituelen doen herinneren, en waarvan Shun-yu Yi inmiddels afstand heeft genomen. ![]() In het westen beschikken we sinds een tiental jaren over een Engelse vertaling, zodat we als niet-sinologen ons kunnen verdiepen in de vroegste historie van de meridiaantheorie en een pover beginnende acupunctuur. De zijderollen bevatten twee genres medische literatuur. Enerzijds uitvoerige verhandelingen over de kunst 'het leven te voeden': de zogenoemde yangsheng-literatuur; anderzijds bevatten de zijderollen beschrijvingen van wat later de acumoxatheorie (dit is theorie over acupunctuur en moxabranden) wordt: maishu. Yangsheng: het voeden van het leven Yangsheng (spreek uit: jang-sjeng) beschrijft meditatietechnieken, fysieke oefeningen en de juiste manier van slapen. Dit alles om een lang leven te waarborgen en in extreme vorm zelfs onsterfelijkheid na te streven. Deze praktijk is kenmerkend voor de cultuur van hof en elite in de vroege, Westelijke Han. Daarnaast bevat die literatuur ook therapeutische oefeningen: daoyin (spreek uit: tauw-jin) of voor u misschien meer bekend onder het Japanse woord: do-in, voedingsleer, ademhalingstechnieken en seksuele cultivatie. Tegenwoordig zouden we van callinetics, taiji quan en qi gong spreken. We oriënteren ons voornamelijk op het zijderol-boek He Yinyang, dat 'harmoniseren van yin en yang' betekent. De yangsheng-cultuur bestaat al sinds de periode van de Strijdende Staten en is sterk door het daoïsme beïnvloed. Zhuangzi beschreef al binnen de context van de cultuur van zelfcultivatie vormen van yangsheng. Het taalgebruik is nogal metaforisch met beelden uit de natuur: wolken, bergen, zeeën en rivieren. ![]() Maishu Maishu beschrijft pathologie en ziekte op een meer objectieve manier. In deze groep van de Ma-wang-dui-teksten is de genezer aan het woord. Verwacht echter nog geen systematische beschrijving van de meridianen en organen, zoals die in acumoxaliteratuur in dezelfde en latere perioden ontstaat. Men beschrijft in de grafteksten de meridianen zoals ze aan het oppervlakkige van het lichaam worden geobserveerd. De meridianen hebben nog niet de namen zoals wij die nu kennen. Ze zijn nog niet aan organen gekoppeld. Dus geen hartmeridiaan, longmeridiaan enzovoort, maar namen als 'het grote yin kanaal van de voorarm' of 'het grote yang kanaal van de voet'. Ook vormen ze nog geen aaneengesloten netwerk zoals later het geval is. Men beschrijft de anatomische locatie op het lichaam, de symptomen en zelfs ook dieper liggende symptomen die aan de meridianen zijn gekoppeld. Men observeert de beweging van de qi door het lichaam en zoekt naar manieren om die te beïnvloeden, verzamelt symptomen en differentieert ziekte in yin- en yangverschijnselen: de qi kan stijgen of dalen, naar binnen gaan of naar buiten komen. Men heeft aandacht voor vlees, bot, pees, bloed, qi en de meridianen. Ik zal u uit een maishu-tekst voorlezen hoe men tewerk ging: ...De meridianen worden door de wijzen op hun waarde geschat. Zo ook de qi. Qi doet het onderlichaam goed en belast het bovenlichaam. Qi is warm en koude schrikt haar af. Daarom koelen de wijzen het hoofd en verwarmen de voeten. Genezers nemen een teveel aan qi weg en vullen onvoldoende qi aan. Als de qi stijgt, en niet daalt, zullen de meridianen te vol worden. Pas moxa op het gewricht toe, wanneer de qi daar aankomt. Wanneer de klacht verergert, moxeer dan twee cun (dit is anderhalve vingerbreedte) boven het gewricht. Mocht de qi het ene moment stijgen en het andere moment dalen, prik dan met een stenen naald in de knieholte of in de elleboogsplooi... Dames en heren, dit is de eerste keer dat in een geschrift over het aanprikken van een punt wordt gesproken. Het is in het jaar 168 voor onze jaartelling. In de Ma-wang-dui-teksten is het ook de enige keer. Verhalen dat acupunctuur meer dan vierduizend jaar oud zou zijn, kunnen we naar het rijk der fabelen verwijzen. Merkwaardig is wel dat historici vermoeden dat het oudste ons bekende boek over acupunctuur, de Nei Jing, toch ook in deze zelfde periode zijn eerste vorm krijgt. 12. Westelijke Han 2WESTELIJKE HAN (206 v Chr - 220 na Chr) Het prikken met naalden, beschreven in het boek Maishu, is dus nog uiterst primitief in vergelijking met de latere acumoxatherapie. Men veronderstelt nog nauwelijks enig effect van de naalden op het inwendige. Wel is er een effect van de naalden op de beweging van qi. Wanneer als bijverschijnsel van pijnbestrijding een effect op het beter functioneren van de organen eenmaal de relatie van de meridianen met de organen wordt ervaren, ontstaat een acumoxatherapie. Beoefening van yangsheng is voornamelijk op cultivering van zichzelf gericht, terwijl men in de Maishu het genezen van de ander, de zieke mens, beoogt. He Yinyang In yangsheng-teksten zoals het boek He Yinyang laat zien, preludieert men op latere naaldtechnieken die de beweging van qi in het lichaam beogen. Maar het is nu nog niet de naald, maar de penis waarover men in verband met seksuele cultivatie spreekt: ...Stoot voorzichtig, maar penetreer niet om de qi te stimuleren. Als de qi aankomt, penetreer dan diep en dring door om de hitte te verspreiden. Trek vervolgens terug om te voorkomen dat de qi wegvloeit en de vrouw uitgeput raakt... In latere acumoxateksten is de ‘aankomst van qi’ een indicatie voor succesvolle interventie met de naald. Vergelijk bijvoorbeeld de tekst in de Nei Jing (het eerste ons bekende boek over acupunctuur): ![]() ...De aankomst van qi, waarvan de veranderingen nauwelijks met het oog te zien zijn, is als een zwerm vogels die komt aangevlogen of als de wind die een korenveld doet wuiven... ‘Aankomst van qi’ in de acupunctuur manifesteert zich bij de patiënt als pijn, of hij voelt een doof en zwaar gevoel, een gevoel van zindering rond de prik van de naald. Ook kan de patiënt een sensatie naar boven of beneden voelen. Maar in het Ma-wang-dui-geschrift He Yinyang doelt men niet op het bewegen van qi door acupunctuur. Hier is het de penis die de qi doet bewegen. ![]() Bij de derde gaat de huid glanzen Bij de vierde versterken rug en flanken. Bij de vijfde worden billen en dijen stevig. Bij de zesde stromen de waterwegen vrij in het lichaam. Bij de zevende wordt men stevig en sterk. Bij de achtste gaat het lichaam stralen. Bij de negende komt de geest tot verlichting. Bij de tiende beweging zonder orgasme zal men eeuwig blijven leven. Dit noemt men de tien bewegingen... Seksuele cultivatie lijkt het voorspel van het werken met naalden in de acumoxatherapie. Luistert u maar eens naar wat niet veel later in de Nei Jing wordt geschreven: ...Stop met prikken wanneer de qi aankomt: stem en qi zullen verhelderen, gehoor en zicht worden helder en stralend. Als je de naald onjuist hanteert zullen bloed en qi niet stromen... U zult zich misschien afvragen of de Chinezen dan nooit tot een orgasme geraken. Jawel, met de bedoeling nieuw leven te scheppen, blijkt uit een volgende tekst in He Yinyang: ...Symptomen van de grote dood (dit is het orgasme) zijn: op de neus parelt zweet, de lippen worden bleek, handen en voeten trillen, de billen bewegen heftig. Als die tekenen wegblijven is dat een teken van zwakte. Op dit moment verspreidt de qi zich vanuit de ‘middelste extremiteit’ (dit werd de naam van een acupunctuurpunt ongeveer tussen navel en schaambeen en wordt ter beïnvloeding van de uterus gebruikt), de jing en de shen dringen de organen binnen en verlichting van de shen wordt geboren... (Qi, jing en shen vormen de Drie Schatten van het leven, waarover we nog uitvoeriger zullen spreken). Het nieuwe leven is in de uterus begonnen. In feite is dit de eerste beschrijving hoe qi de inwendige organen bereikt en daar jing en shen laat huizen. Samenvattend: Ma-wang-dui en acupunctuur Samenvattend kan men stellen dat in de Ma-wang-dui-geschriften nog geen sprake is van acupunctuur. Wel worden in maishu-teksten punten op de meridianen aangegeven, maar louter als vastlegging van secure observaties. Het boek He Yinyang verwijst wel naar dieper liggende locaties in het lichaam. Bijvoorbeeld de zojuist genoemde ‘middelste extremiteit’ dat naar de uterus verwijst. Ook het latere, in de acumoxatheorie bekende punt Ming Men, dat op de onderrug ligt, was bekend en verwees naar de urogenitale organen diep in het lichaam. De geschriften uit het graf van de jonge prins te Ma-wang-dui luiden als een voorfase het ontstaan van acupunctuur in. ![]() In een graf te: Mancheng (provincie Hebei) uit 113 v. Chr. vond men vier gouden en twee zilveren naalden. (Het graf is in 1968 ontdekt). Het is heel goed mogelijk dat deze tot de eerste acupunctuurnaalden behoren. Nei Jing De Nei Jing, het boek waarvan men veronderstelt dat het in de periode van de Strijdende Staten begon te ontwikkelen, is waarschijnlijk in de vroege, Westelijke Han voltooid. Waarschijnlijk! De ons overgeleverde versie is die welke uit de latere Tang (618-907) stamt. Over dit boek zullen we het in het laatste gedeelte van de lezing hebben. Het is een misverstand dat acupunctuur alleen zou zijn ontstaan door het prikken van abcessen: acupunctuur kent geen monolineaire ontwikkeling, maar een multilineaire ontwikkeling. Ik zet ze hier op een rijtje: 1) Abcessen openen. Hier kan een demonologisch concept aan ten grondslag liggen. 2) Aderlatingen. Men draineert het surplus van bloed ten gunste van het vrijkomen van energie. 3) Moxabranden. Moxa beïnvloedt de beweging van qi. Hierover wordt gesproken in de Ma-wang-dui teksten. Acupunctuur zou een toevoeging aan het moxabranden kunnen zijn. 4) Pijnbestrijding Nierpijn kon door toevallige beschadiging van de voet herstellen. Aanvankelijk waren er geen specifieke locaties op het lichaam. Door ervaring en experimenteren kregen bepaalde punten (m.n pijnpunten) betekenis voor het behandelen van aandoeningen. Instinctief werden pijnplaatsen met nog meer pijn door de naald behandeld. Acupunctuurpunten werden geleidelijk in een systeem van al eerder onderkende meridianen gegroepeerd. De eerste, meer systematisch beschreven, zestig acupunctuurpunten duiken, zoals we zullen zien, tijdens de Oostelijke Han plotseling in de literatuur op, maar ook in de Nei Jing wordt een groot aantal punten vermeld. 5) Uitdrijven van demonen die ziekten veroorzaakten. Geesten en demonen die met zwaarden en lansen in straten en huizen worden belaagd, trekken zich in het lichaam terug en worden met kleine spiesen aangepakt: de stenen naalden. 6) Ervaring van aarde-energieën (fengshui) en subtiele energieën in het menselijk lichaam (maishu). 7) Evolutie van yangsheng, technieken om ‘het leven te voeden.’ In yangsheng-literatuur beschrijft men hoe qi in het lichaam te beïnvloeden. 13. Oostelijke HanOOSTELIJKE HAN (25 - 220): standaardisatie van acumoxatheorie en -praktijk We zijn intussen in de eeuwen rond het begin van de jaartelling beland. De Zijderoute maakte voor Chinese artsen een verdiepte kennis van de geneeskunde mogelijk, met name de alchimie. Men kreeg kennis van vergiften, plantaardige en minerale geneesmiddelen, voedingsleer, ademhalingstechnieken en seksuologie. Nan Jing Theorie en praktijk van acupunctuur en moxabranden maken nu een snelle ontwikkeling door. In deze periode ontstaat het piepkleine boekje, dat in de praktijk de Nan Jing wordt genoemd. Het bevat 81 hoofdstukjes en heeft wat de vorm betreft veel weg van een catechismus. Elk hoofdstuk bestaat uit een of twee vragen en antwoorden. Toekomstige artsen moesten het van buiten leren zoals wij het antwoord leerden op de vraag: waartoe zijn wij op aarde? Vraag 47 van de Nan Jing luidt: Alleen het menselijk gelaat kan koude weerstaan. Waarom is dit? Antwoord: Het hoofd is de ontmoetingsplaats van alle yang. Alle yinne meridianen bereiken de nek, de borst en de buik. Dan keren zij om. Alleen de yange meridianen stijgen naar boven om het hoofd en de oren te bereiken. Daarom kan het gelaat koude weerstaan. De letterlijke vertaling van de Chinese titel van de Nan Jing is: Boek van lastige vraagstukken. Het werd wel als een bijlage op de Nei Jing gezien. Het is zeker waar dat het boekje een aantal tegenstrijdigheden, onduidelijkheden en onlogische verklaringen uit de Nei Jing oplost. De Nan Jing is systematisch van opzet en is een eerste poging bestaande geneeskundige concepten te standaardiseren. Het vormt de link tussen archaïsche geneeswijze en een ‘wetenschappelijke’, gestandaardiseerde geneeskunde, zonder enige verwijzing naar magie. Het gaat diep in op de polsdiagnostiek, de Vijf Bewegingen en een zestigtal acupunctuurpunten op armen en benen. Het beschrijft diagnose, naaldtechnieken, pathologie en theorie. Net als de Nei Jing behoort de Nan Jing ook nu nog steeds tot de standaardwerken van een acupuncturist. Jammer genoeg durft men in onze tijd nauwelijks te verdedigen dat studenten in de acupunctuur de antwoorden op de vragen van buiten moeten leren. De Nan Jing werd lange tijd toegeschreven aan de eerder genoemde legendarische Bian Que uit de vierde eeuw voor onze jaartelling. In tegenstelling tot de Nei Jing, dat compilatiewerk van enkele eeuwen is, is de Nan Jing door één auteur samengesteld. ![]() In de perioden tussen de Han en de Tang worden plotseling veel boeken over acupunctuur geschreven. Anders dan de Nei Jing, dat toch als basiswerk wordt beschouwd, zijn deze teksten systematisch van opzet zoals het meest bekende boek van Huang-Fu Mi: ‘Standaardboek over acupunctuur en moxabranden’. Dit boek is onontbeerlijk om de teksten van de Nei Jing, waarin nogal wat tegenstrijdigheden voorkomen, en de Nan Jing goed te kunnen begrijpen. Bovendien zijn deze beide boeken nogal theoretisch, terwijl het boek van Huang-Fu Mi naast theoretische hoofdstukken ook praktijkgericht is, tot en met kindergeneeskunde en gynaecologie toe. Het begin van een hoofdstuk over leverproblemen luidt: Aandoeningen van de lever resulteren in ziekten die worden gekarakteriseerd door pijn in de ribben, kougevoel in de bovenbuik, slecht bloed inwendig, een neiging tot gezwollen onderbenen en slepen met de benen. Prik in dat geval lever 2 (in het web van de grote teen) en daarbij ook Maag 36 (bij de knie) om de maag te verwarmen. Laat langs de levermeridiaan de vaten bloeden om het slechte bloed te laten afvloeien en de groenblauwe vaatjes (langs de galblaasmeridiaan die met de levermeridiaan is verbonden) rond de oogkassen om het slepen van de benen op te heffen. ![]() Het meeste onderricht in de acupunctuur werd vanouds van vader op zoon overgedragen of van meester op leerling. Dit geeft aan dat acupunctuur een geheimvolle bezigheid was en inwijding behoefde. Naast het ontstaan van boeken handhaafde deze vorm van onderricht zich toch tot bijna in onze tijd. Sommige oudere acupuncturisten in China hebben deze methode nog gevolgd. Tijdens mijn opleiding kregen wij les van een zekere Leung Kok. Die wilde wel in het westen lesgeven, maar op voorwaarde dat men de geboden kennis niet aan anderen doorgaf. Ik heb er zelf een brief voor moeten ondertekenen. 14. TangTang (618 - 907) Na de Han verbrokkelt het keizerrijk voor enkele eeuwen. De Tangdynastie is een periode van economische en culturele voorspoed in een feodale samenleving. ![]() De hoofdstad is Chang’an met drie miljoen inwoners. Wijken vol buitenlanders: Arabieren, joden en christenen. Deze buitenlanders komen via de Zijderoute binnen. De Islam is tot nu toe blijven bestaan. Daoïsme word de staatsreligie, maar er is sprake van een vreedzame coëxistentie van Confucianisme, Daoïsme, Boeddhisme en andere godsdiensten. De keizers (ook niet-daoïstische keizers) stellen daoïsten aan het hof aan in de hoop langer te leven. In 624 wordt de Hoogste Keizerlijke Medische Dienst opgericht. De dienst verzorgde onder staatstoezicht medisch onderwijs, gebaseerd op onder andere de Nei Jing. Aan deze Dienst waren 340 personeelsleden verbonden. Voor het onderwijs waren er een professor, tien instructeurs en twintig vakmensen voor ongeveer twintig studenten. De dienst bereikte grote bloei door betrekkingen met India, Perzië, Arabië en Byzantium SUNG (960 - 1279) Enkele decennia na de Tang breekt in 960 de moderne tijd aan. Opkomst van handel en industrie. Het is de tijd waarin Marco Polo Peking bezoekt. De betekenis van de burgerij wordt groter en China wordt een ambtenarenstaat. In deze vrij rustige tijden vergroot de invloed van de Mongolen en zij stichten brutaalweg een nieuwe dynastie. Die van de Yuan. Door de Zijderoute naar Midden -Oosten en de boekdrukkunst (losse letters) waaierde de Chinese geneeskunde buiten China uit. In 1026 schreef Wang Wei-yi het boek: ‘Geillustreerd handboek voor acupunctuurpunten en moxabranden op het nieuwe bronzen model’. Hij herdefinieerde alle punten en meridianen (locatie, methode van naaldgebruik, klinische indicatie) en voegde voor het eerst illustraties toe. Deze tekst was zo indrukwekkend dat men in opdracht van de keizer de hele tekst op twee kolossale standbeelden graveerde (samen twee meter hoog en zeven meter breed). Studenten konden daarvan delen van de tekst frotteren op dun rijstpapier. ![]() In 1368 worden de Mongolen verslagen en voor ongeveer drie eeuwen neemt de Mingdynastie het bestuur over. Een echte politiestaat, maar ook een periode van economische voorspoed. Via o.a. de jezuïeten trekken de contacten met Europa aan. Er vinden eerste uitwisselingen plaats van literatuur op allerlei gebied. De Nieuwste Tijd begint in 1644 met de Qingdynastie van de Mantsjoes. In 1911 vindt de revolutie plaats en Sun Yat-sen zit een democratische regering voor. Na de burgeroorlog tussen de Kuomintang (de nationalistische partij) en de Communistische Partij wordt onder leiding van Mao Zedong de Volksrepubliek in 1949 uitgeroepen. 15. CONCLUSIE
16. NEI JING: oudste en meest fundamentele bron voor acupunctuurWe hebben tot nu toe de geschiedenis van de acupunctuur over de breedte van de eerste dynastieën besproken. Nu wil ik met u meer de diepte induiken. Hoewel: we kunnen in dit korte tijdsbestek niet meer doen dan pootje baden aan de oevers van de Gele Rivier. Ik gebruik bij deze spartelingen het oudste, ons bekende boek over acupunctuur: de Huang Di Nei Jing. U hoort daarin de naam van een bekende persoon: Huang Di, dat Gele Keizer betekent, een van de Vijf Verhevenen. Chinese historici schreven de Nei Jing en ook andere boeken lange tijd toe aan Huang Di , die leefde van 2698 tot 2589 voor Christus. De Nei Jing is in dialoogvorm tussen deze voorhistorische Huang Di en verschillende artsen geschreven. Men gebruikte deze stijlfiguur uit eerbied voor de oude Verhevenen. Het geeft een boek een kwaliteitskenmerk mee. Men beschouwt Huang Di als de gemeenschappelijke voorvader van verschillende Chinese volken. Het Han-volk schijnt in rechte lijn van Huang Di af te stammen. Bijna 96 procent van de Chinese bevolking zijn Han-Chinezen. Geen wonder dat men er lange tijd vanuit is gegaan dat Huang Di zelf de auteur was van de Nei Jing. Men vermoedt dat de oudste fragmenten door verschillende auteurs gedurende de Periode van de Strijdende Staten (475 - 221 v. Chr) zijn geschreven en dat de Nei Jing tijdens de vroege, Westelijke Han (206-24 v.Chr.) is voltooid. Anderen zijn van mening dat het boek bestaat uit een compilatie van geschriften tussen 1030 v. Chr. tot 24 na Chr. Het boek is allerminst systematisch samengesteld en bevat veel herhalingen, twijfelachtigheden, hiaten en contradicties. Stukken tekst waren op bamboe geschreven en met touw verbonden. Je kunt je voorstellen dat die verbindingen door de tijd heen wel eens losraakten en dat stukken bamboe afbraken. Ook kalligrafen maakten bij het overschrijven fouten. De Nei Jing is dus allerminst een helder geschreven leerboek. Nei betekent inwendig en Jing betekent zoveel als boek. De Nei Jing is een boek over inwendige geneeskunde. De namen van de twee delen zijn Ling Shu en Su Wen. Ling Shu wordt vertaald als ‘wortel van de geest’ of ‘spirituele spil’. Su Wen betekent zoveel als ‘spirituele kwesties’. Zo begint u al aardig Chinees te leren. Voor u is Huang Di Nei Jing Ling Shu en Huang Di Nei Jing Su Wen geen abracadabra meer. De oudste, ons bekende versie van de Su Wen stamt uit de Tang-dynastie en is van de daoïstisch beïnvloede Wang Bing (762 na Chr.), die de teksten met inmiddels verloren gegane verhandelingen aanvulde. In latere versies zijn zelfs weer veranderingen aangebracht. De oudste versie van Ling Shu is naar men meent van Shi Neng, die leefde tijdens de Zuidelijke Song-dynastie (1127-1279). Nog iets over de vormgeving van beide boeken. Elk boek bevat, net als de Daodejing, 81 hoofdstukken. Waarom nu 81? Het getal is opgebouwd uit negenmaal negen. En negen is weer driemaal drie. Het getal drie is de derde eenheid: uit één ontstaat twee (yin en yang). De spanning daartussen is drie, dat alle wezens verwekt. Veelvoud van drie is negen. Negenmaal negen betekent veelvoud en wordt in talrijke Chinese, klassieke boeken als indelingsprincipe gebruikt. De Nei Jing is meer een verhandeling over de aard van gezondheid en ziekte dan een handboek vol recepten voor een artsenpraktijk. Daarmee is het boek tijdloos en bevat voor onze tijd nog steeds bruikbare en waardevolle informatie. Heel anders dan de oudste geschriften van bijvoorbeeld Hippocrates. Deze bevatten naast filosofische beschouwingen voor het merendeel achterhaalde behandelingsvoorstellen voor ziekten. Neem Hippocrates’ receptuur voor behandeling van aambeien: ![]() ![]() Westerse artsen gaan van puur medische feiten uit en proberen die vanuit louter fysiologische theorieën te verklaren, terwijl de Nei Jing gezondheid en ziekte vanuit een wijder gezichtspunt benadert (dus niet puur medisch en louter fysiologisch). Volgens de Nei Jing bekijkt een therapeut de mens nooit geïsoleerd van de natuurlijke omgeving: de aarde waarop hij leeft, het regionale gebied, de seizoenen. Daarbij laat hij zich onder meer door concepten van yin-yang en Wu Xing (de Vijf Bewegingen) leiden. Voor we die we zullen bespreken, wil ik eerst nog even ingaan op het tijdloze aspect van de Nei Jing. Het is buitengewoon opmerkelijk dat de Nei Jing de basis voor alle latere ontwikkelingen in de acupunctuur is gebleven. In het Westen veroudert literatuur. Onze tijd is lineair. De tijd tikt door, is progressief en op vooruitgang gericht. In China is de tijdsbeleving cyclisch. Aan oude waarden kent men door de eeuwen heen steeds nieuwe betekenis toe. Zo keert men ook binnen de ontwikkeling van de acupunctuur terug naar oude bronnen. In de Chinese cultuur is tijd niet lineair, maar eerder regressief: er is verlangen naar terugkeer. Tóen was het beter dan nu. Wíj zijn gewend naar de toekomst te kijken: pas in de hemel vinden we ons uiteindelijke geluk. Luistert u maar eens naar de tekst van het eerste hoofdstuk van de Su Wen: Huang Di: Ik heb gehoord dat in oude tijden iedereen honderd jaar werd zonder de gebruikelijke tekenen van ouderdom te vertonen. Nu is de gemiddelde leeftijd nog maar een jaar of vijftig..... De arts Qi Bo antwoordt: In het verleden praktiseerde men de dao. Men begreep het principe van balans, van yin en yang, als gerepresenteerd door de transformaties van de energieën van het universum. De tijden zijn veranderd: men drinkt wijn als water, houdt zich bezig met destructieve activiteiten en mensen verspillen hun jing..... De cyclische tijdsbeleving wordt gevoed door de ervaring van natuurlijke veranderingen en door observaties van de regelmatige bewegingen van de hemellichamen en van de natuurlijke verschijnselen. Wat kun je ook anders: de dag gaat over in de nacht, de zon komt op en gaat ’s avonds ten onder, de maan wast en neemt weer af: steeds zich herhalende bewegingen. De seizoenen gaan in elkaar over. Dit zijn onophoudelijke cycli. Er is geen begin- en geen eindpunt. Ook is er geen Goddelijke Schepper, die op de wereld blijft toezien. Geen schepping vanuit het niets. De kosmos is een altijd bestaand organisme geweest en zal dat altijd blijven. De werkelijkheid zoals wij die kennen bestaat slechts uit tijdelijke vormen. Dao is het proces van de verandering. Vanuit deze tijdsbeleving blijft de Nei Jing door de eeuwen heen een levend boek en een bron van inspiratie. Men heeft eerbied voor de traditie, of het nu voorouders of oude boeken betreft. 17. QILaten we nu eens verschillende onderwerpen uit de Nei Jing nader onder de loep nemen. Op de eerste plaats de opvattingen over qi en yang/yin. Qi Qi is een algemeen woord dat in talloze combinaties wordt gebruikt. Alle verschijnselen zijn vormen van qi. Oorspronkelijk betekent qi: mist, waaruit wolken ontstaan. Men is ze yuan qi gaan noemen. Yuan qi (=oorspronkelijke qi) is de staat van het universum voor het bestaan van de ‘tienduizend dingen’. Er was niet meer dan een dikke mist. Het lichtere deel werd aarde (yin qi). Alles wat bestaat, alle verschijnselen in het firmament en op aarde zijn vormen van qi. Ook de mens is een en al energie. Die energie kan verdicht zijn en heel subtiel om maar twee uiterste hoedanigheden te noemen: lichaam en geest. En de vermoeide mens dan? Ik zal het u nog sterker vertellen: ook het dode lichaam is een en al energie. Het lijk doet zijn uiterste best om te vergaan of liever: om weer naar de aarde terug te keren en daarin helemaal op te gaan. De Nei Jing beschrijft nauwkeurig de menselijke qi en hoe die te beïnvloeden. We zullen daar in het vervolg iets van laten zien. Yang/yin Yang/yin beschrijft de fundamentele, fluctuerende balans in de natuur. De fluctuaties drukt men al vanouds uit in het yin/yangsymbool. Fluctueren wil zeggen dat yinne en yange energie voortdurend in beweging zijn en in elkaar overgaan. De uiterst yinne energie van de winter gaat geleidelijk via lente-energie over in zomerenergie die uiterst yang is. ![]() 18. Wu XingDe afwisselingen van yin en yang zijn nader uitgewerkt in de Wu Xing (spreek uit: woe sjing) of de Vijf Bewegingen. Dit concept is door Zhou Yan (spreek uit: dzjoo jan), die leefde van 340 tot 260 voor Christus, uitgewerkt, maar het bestond al eerder. Het is bijvoorbeeld al in het Boek der Documenten uit de vroege Zhou (1122-770) beschreven. De polariteit van yin/yang wordt uitgebreid tot een systeem van vijf bewegingen. Wu Xing is een uitdrukking van het denken in overeenkomsten. Het verbeeldt de samenhang tussen mens en omgeving, de organen onderling, de emoties, en emoties in samenhang met organen. Hoe komt men nu aan dat getal Vijf? In oude tijden was de hemel verdeeld in noord, oost, west en zuid, die alle aan sterrenconstellaties waren gekoppeld. Men dacht een as door het centrum van de hemel die in de noord- en zuidpool eindigde. Om deze as (met in het noorden de Grote Beer, de vijfde constellatie), draaiden de vier andere constellaties. De vijf constellaties veroorzaakten de vijf bewegingen op aarde. De constellaties waren verantwoordelijk voor de veranderingen van de seizoenen en de klimaten op aarde. De theorie van de Vijf Bewegingen sluit aan bij de natuurfilosofie van veranderingen en zich herhalende bewegingen in de natuur. Stelt u zich een groot, energie-genererend wiel voor waarvan de omtrek in vijven is gedeeld. Elk segment heeft men een naam gegeven. Deze namen, hout - vuur - aarde -metaal - water, symboliseren de aard van de energie-beweging in een segment. ![]() Dit zijn de natuurlijke bewegingen van yin en yang die je in alle verschijnselen kunt terugvinden. Zo kun je in de Vijf Bewegingen de jaarcyclus van de seizoenen plaatsen: lente - zomer - nazomer - herfst - winter. En ook cyclus van een etmaal: ochtend - middag - namiddag - avond - nacht. Binnen de Vijf Bewegingen is er een voedende cyclus en een controlecyclus. De eerste betekent dat elk van de bewegingen in de segmenten van het wiel wordt voortgebracht door de voorafgaande beweging. Hout brengt Vuur voort, Vuur brengt Aarde voort, enzovoort... ten slotte brengt Water weer Hout voort en begint de cyclus opnieuw. Moment na moment, uur na uur, etmaal na etmaal, seizoen na seizoen, jaar na jaar, eeuw na eeuw, millennium na millennium. Bij deze voedende cyclus spreekt men van een ‘moeder-zoonrelatie’. Deze zich voortdurend herhalende bewegingen zijn verantwoordelijk voor harmonie binnen alle verschijnselen. ![]() Toepassingen Wu Xing Zhou Yan paste de Vijf Bewegingen toe om het verloop van de geschiedenis te voorspellen. Elke dynastie begon met de yange, levendige beweging van het Hout en desintegreerde na verloop van tijd in de Waterbeweging. Gebruik in diagnostiek en therapie: In de Nei Jing zien we dat men onder meer de fysiologische functies van de mens met behulp van de Wu Xing bestudeerde. Die functie werden gekoppeld aan ons bekende organen. In de Nei Jing wordt meer over de werking van de organen gesproken dan over het orgaan zelf zoals wij in het westen meer plachten te doen. Het betreft de werking van de lever, hart, milt, longen en nieren. De lever zorgt voor onbelemmerde doorstroming van de energie door het lichaam. Het hart is verantwoordelijk voor de meer geestelijke energie, die men de shen noemt (‘de shen zetelt in het hart’). De milt maakt samen met maag en darmen voedingsenergie uit het voedsel vrij. De longen verbinden deze voedingsenergie met luchtenergie. De nieren bewaren de meest diepe, overgeërfde energie, die zich ’s nachts laat verrijken met de verworven energie uit voeding en lucht. In de Nei Jing worden de emoties aan de functie van de organen gekoppeld. Zo horen bij de beweging van het Hout: leverfunctie en de emotie van agressie oftewel levendigheid en vitaliteitsdrang. Bij de beweging van het Vuur: hart en vreugde, maar ook de emotie van verwarring en schrik. Bij de Aarde: milt en zorgelijkheid of obsessie, bij Metaal: longen en verdriet en bezorgdheid, bij Water: nieren en angst. Zo verduidelijkt het gebruik van de Wu Xing de samenhang van alle organen en emoties. Bovendien kan men voorspellingen doen over de prognose van de ziekte. ![]() De muziek die u voor de lezing en tijdens de pauze hoorde, vertolken de Vijf Bewegingen op muzikale wijze. Elke beweging kent een bepaalde toonhoogte. 19. San BaoDe Wu Xing vertolkt de verschijnselen met name in de dimensie tijd en veranderingen van verschijnselen binnen de tijd. Daarnaast beschrijft de Nei Jing een theorie die de verschijnselen in ruimtelijke dimensies schetst, een theorie die men later de San Bao (spreek uit: san pauw) of De Drie Schatten is gaan noemen. Men ziet de mens in wat men De Grote beweging van het universele leven noemt; de mens tussen Hemel en Aarde. Stelt u zich voor: boven ons de hemel, die ons van zuurstof uit de lucht voorziet. Zuurstof levendig en yang in vergelijking met het voedsel van de Aarde, dat een vastere structuur heeft en daarom meer yin is. En ten slotte de Mens tussen Hemel en Aarde. Of liever: de mens als product van Hemel en Aarde. Zagen we dit seksuele grondpatroon niet eerder in het gebruik van de naald die de vitale energie in de mens weet los te wrikken en te doen stromen? ![]() Leven is de dynamische golfbeweging tussen hemelse en aardse energie. Dit is de grote Dao. Leven volgens de immanente wetten van de natuur noemt men dao de (spreek uit: tau tee). Laten we er eens dieper op ingaan hoe de Nei Jing het leven van de mens beschrijft. Jing is de basisenergie die je van je ouders bij de conceptie ontvangt. Het is de meest materiële vorm van energie. Het is de levende materie van weefsels tot en met moleculaire en atomaire structuren. Momenteel legt men een relatie tussen de jing, die dus al in de Nei Jing werd beschreven, met de hormoonachtige stof DHEA (de-hydro-epi-androsteron). Als die op is ben je dood. Chronische stress soupeert DHEA en leidt ten slotte tot burnout. Acupuncturisten zeggen dat chronische stress jing verbruikt en tot voortijdige veroudering leidt: haaruitval, zwakke botten, slecht zien. De Nei Jing vermaant ons dat we jing moeten voeden en wel heel elementair: door voeding en zuurstof. Jing transformeert in het menselijk lichaam tot qi (en die op zijn beurt weer tot de meest subtiele vorm van energie: de shen). ![]() Er is een wisselwerking tussen qi en jing. Qi transformeert uit jing, maar voedt op zijn beurt de jing. Shen vertegenwoordigt de menselijke geest. ‘Je hebt uitstraling’, zeggen anderen van je. Ze zien het aan de glans in je ogen en aan je glanzende huid. Met een goede shen kun je helder denken, heb je een goed geheugen en scherpe zintuigen. Als we het als acupuncturisten onder elkaar over een patiënt hebben, vragen we hoe diens shen is. De individuele shen is afgestemd op de hemelse, universele Shen. Zo ben je niet alleen ontvankelijk voor impressies van dichtbij, maar ook voor verre vibraties uit de kosmos. Dit is mogelijk voer voor astrologen onder u. Shen ontplooit zich tijdens ons leven langzaam, terwijl jing zich het snelst ontplooit. Kijk maar hoe snel een mensenkind groeit en hoe lang het duurt voor we werkelijk wijs zijn. Toch is de shen de meest beweeglijke vorm van energie: heb je een goede shen, dan volgt handelen onmiddellijk op het denken: tegenwoordigheid van geest. En het is aan die beweeglijke shen te danken dat we ons nu in het oude China kunnen begeven. Uit onderzoeken blijkt dat meditatie (een shen-activiteit) de productie van DHEA (jing) verhoogt; dit geeft de wisselwerking aan tussen jing en shen. Shen transformeert uit qi. ![]() San Bao kan men met een brandende kaars vergelijken. De kaars zelf is de jing, de brandende pit de qi en de lichtende stralenkrans de shen. 20. Orgaan-energieWe kunnen de San Bao toepassen op de fysiologie van qi en de organen. De bevruchte eicel ontvangt jing-energie van de ouders. Het moederbloed onderhoudt de jing met zuurstof (luchtenergie) en voedingsstoffen (voedingsenergie). Na de geboorte hapt de baby naar lucht en zoekt hij naarstig de moederborst. Lucht- en voedingsenergie worden in de borstholte, in de longen, omgezet in de zogenoemde zhen qi, die we eerder al met ‘waarachtige’ energie vertaalden. We kunnen hier nog even dieper op ingaan en zien waaruit zhen qi bestaat. We onderscheiden daartoe twee soorten energie: ying qi (spreek uit: jing tsjie) en wei qi (spreek uit: wee tsjie). Zo leert u een aardig mondje Chinees. Ying qi is de voedende energie in het lichaam. Verwar het niet met voedingsenergie uit de voedingsmiddelen die de aarde ons schenkt. Ying qi voedt organen en weefsels. Het niet-verbruikte overschot van ying qi wordt ’s nachts aan de jing, die in de omgeving van de nieren ligt opgeslagen, toegevoegd. Ying qi stroomt door de meridianen. Wei qi is verdedigende energie en voedt de huid. Ze beschermt ons tegen invloeden van buiten, met name weers- en klimaatinvloeden. Zo zijn we, als de wei qi zwak is, bijvoorbeeld bevattelijk voor kou en krijgen we griep of worden we verkouden. De Nei Jing beschrijft de functie van de organen bij de vorming van shen, qi en jing en bij de omzetting van zhen qi in ying en wei qi. In het hart zetelt de shen. De lever zorgt voor een onbelemmerde doorstroming van energie door het lichaam. Maag, milt en darmen maken voedingsenergie uit het voedsel vrij. In de longen wordt luchtenergie samen met voedingsenergie omgezet in zhen qi. De nieren in de diepste spelonken van het lichaam koesteren de overgeërfde energie van de ouders, de jing, die zich laat aanvullen met de niet-verbruikte energie, tijdens de dag verworven energie uit zuurstof en voeding. In hoofdstuk 8 van de Su Wen, een van de twee boeken van de Nei Jing, spreekt aldus over de functie van de organen: Huangdi vroeg Qi Bo: Kun je me alsjeblieft iets vertellen over de functies en relaties van de twaalf organen en hun meridianen? Qi Bo antwoordde: Je vraag is erg nauwkeurig en ik zal proberen je precies op je vraag te antwoorden. Het hart is de soeverein van alle organen en vertegenwoordigt iemands bewustzijn. Het is verantwoordelijk voor intelligentie, wijsheid en spirituele ontwikkeling. De long is de adviseur. Ze helpt het hart bij het reguleren van de lichaamsenergie. De lever is als een generaal, moedig en dapper. De galblaas is als een rechter voor zijn macht en doorzettingsvermogen. Hartconstrictor is als een hofnar die de koning aan het lachen maakt en hem meer plezier verschaft. Maag en milt zijn functionarissen van de opslagplaatsen waar men al het voedsel bewaart. Ze verteren, absorberen en extraheren het voedsel en de voedingsbestanddelen. De dikke darm is verantwoordelijk voor het transport van de afvalstoffen. Alle vaste stoffen passeren dit orgaan. De dunne darm is de functionaris belast met de ontvangst van voedsel dat door maag en milt wordt verteerd en verder extraheert, absorbeert en over het lichaam verspreidt en daarbij het zuivere van het onzuivere scheidt. De nieren zijn functionarissen voor werkgelegenheid en noodzakelijke arbeid, zij bewaren de vitaliteit en mobiliseren de vier extremiteiten. Ze ondersteunen ook het geheugen, wilskracht en coördinatie. De driewarmer is de functionaris belast met transformatie en transport van water en vloeistoffen door het lichaam. De blaas is de provinciale magistraat en bewaart de lichaamsvloeistoffen; wanneer die hun functie hebben gehad verlaten zij de blaas. Als de soeverein is verlicht dan heerst er vrede bij zijn onderdanen. Hij die zijn leven op deze manier uitstippelt, is verzekerd van een lang leven en hij zal nooit in gevaar zijn. Hij die het rijk overeenkomstig deze principes bestuurt, gaat een gouden eeuw tegemoet. Als de soeverein echter niet verlicht is, zullen de twaalf functionarissen in gevaar komen. Straten zullen worden afgesloten en de handel onderbroken... 21. Meridianen en puntenDe functie van de organen en mogelijke disharmonieën wist men via Meridianen en punten te beïnvloeden. Al eerder had men een intuïtief begrip van de stroming van subtiele energieën in het lichaam. Onder invloed van het daoïsme vatte men het lichaam als landschap op, een innerlijk landschap. In het lichaam verdicht zich de natuur. In dit landschap van het menselijk lichaam stroomt qi als water door rivieren en doordrenkt de twaalf organen. Het begrip van de meridianen zou naar analogie van het werk van geomantiërs die feng-shui pleegden, geboren kunnen zijn. Meridianen zijn rivieren van qi in het menselijk landschap. De punten op de meridianen zijn meer dan locaties op de huid alleen. ![]() Zo kan ook op acupunctuurpunten de energie gemakkelijk in- en uittreden. Vaak verwijzen de namen van acupunctuurpunten naar landschappelijke elementen. Bijvoorbeeld wat wij gemakshalve Dunne darm 3 noemen, heet in het Chinees: hou xi (spreek uit: hoo sjie). Dat betekent: achter een ravijn. Zhao hai (spreek uit: dzjauw haai), dat wij Nier 6 noemen, betekent: weerkaatsend licht op zee. Ran gu (spreek uit: ran koe), Nier 2, betekent: brandende vallei. Het selecteren van punten tijdens een acupunctuurbehandeling is als het ware een geomantisch proces. Een bekwame acupuncturist meet de punten niet met een liniaal op de huid, maar voelt ze. De punten op de meridianen konden de stroom van vitale energie door het lichaam en daardoor ook ziekteprocessen beïnvloeden. Om een indruk van de therapie te geven wil ik u een fragment uit het boek Su Wen, hoofdstuk 25, voorleggen. ![]() Met deze, althans voor een acupuncturist, prachtige tekst, wil ik de toelichting op het boek Nei Jing besluiten en een paar korte woorden ter afsluiting zeggen. 22. BesluitDames en heren, hoewel de moderne Traditionele Chinese geneeskunde zich nog steeds op de oude teksten beroept, wil zij tegelijkertijd, zeer zeker ook onder invloed van westerse wetenschapsbeoefening en een materialistische ideologie, de klassieken ontmythologiseren en de oude acupunctuurpraktijk vanuit genoemde hoeken een basis verschaffen. Maar de vraag blijft: wie kan de draak berijden? De draak, het beest vol mysteriën, dat respect afdwingt voor de aloude Chinese beschaving, inclusief de geneeskunde die zij voortbracht. ![]() Wetenschappelijke onderzoeksmethoden binnen de acupunctuur mogen naar mijn smaak zelfs het mythische fundament van de wereld van geesten en demonen, de grond waarin de Chinese geneeskunde eeuwenlang was geworteld, niet buiten beschouwing laten. De klassieke acupuncturist is als de sjamaan: hij intermedieert binnen de San Bao, terwijl de moderne acupuncturist een vakman is met een door beroepsverenigingen gedefinieerd beroep met een gestandaardiseerde scholing achter zich. De klassieke therapeut streeft naar dao in de geneeskunde en zoekt naar het individuele pad van de unieke persoon die zijn veld heeft betreden. ![]() Deze beschouwingen laten onverlet dat ook de klassieke acupuncturist zich in moderne wetenschap verdiept en met de moderne wetenschapper in gesprek treedt. De ware aard van de acupuncturist blijft echter in de klassieke overlevering geworteld. Merkwaardig is dat zich binnen de westerse geneeskunde sporadisch nieuwe tendensen beginnen af te tekenen. In het ‘Handboek energetische geneeskunde’ van Richard Gerben lezen we hoe de westerse geneeskunde het strakke keurslijf van de wetenschap begint te ontstijgen en oog krijgt voor het bestaan van subtiele energieën. Ik voel dat we ons nu op de uiterste rand van belangstellingscirkels van geïnteresseerden in volkenkunde begeven. In ieder geval wil ik het hier voor vanavond bij laten en u danken voor uw aandacht. ![]() |
Contact |